SANDRA SMALLENBURG / EEN VLIEGER IN DE WOESTIJN (NL)

Een vlieger in de woestijn. (NRC Handelsblad, Januari 2006)

Sinds 1993 brengt fotograaf Gerco de Ruijter (1961) het Hollandse landschap met behulp van een vlieger in kaart. Hij laat zijn camera op grote hoogte over bossen en velden zweven, en komt steevast terug met spectaculaire opnames. In een land waar iedere vierkante meter wordt benut, is altijd wel iets visueels te beleven. Een bootje dat een streep trekt door het water, of een ruiter die haar paard langs een pad met keurig in het gareel staande bomen leidt.

In de loop der jaren is De Ruijters werkwijze nauwelijks veranderd. Zijn foto’s bleven een kenmerkend vierkant formaat houden, al groeide de omvang van tegel - tot tafelformaat. Ook experimenteerde hij een enkele keer met panoramische beelden. Maar altijd kon je je weer vergapen aan de herkenbare en haarscherpe details – een opvliegende zwaan of een eenzame wandelaar - die de camera toevallig had opgepikt in het vlakke land.
Omdat hij na tien jaar wel eens wat anders wilde dan rechte sloten en aangelegde bossen vertrok De Ruijter in 2003 naar de Verenigde Staten. Daar liet hij zijn vlieger op in de uitgestrekte woestijn van New Mexico, aanvankelijk zonder veel succes omdat er of te veel of te weinig wind stond. Nadat hij door zijn vlieger bijna het ravijn ingetrokken werd –loslaten zou het verlies van zijn camera betekenen - stapte hij over op een heliumballon.

Het eerste dat opvalt in Mkgalerie, waar De Ruijter nu de resultaten van zijn Amerikaanse reizen laat zien, zijn de afmetingen van de foto’s. Die zijn met 110 bij 110 centimeter weer groter geworden, alsof de onmetelijkheid van de woestijn alleen in deze fikse vorm gegoten kon worden. Het kleurenpalet is veel grauwer dan op de Hollandse foto’s – veel grijstinten, met hier en daar een toefje rode steen of een spikkeltje groene cactus.. Een menselijke hand is in dit maanlandschap niet te herkennen. Deze geërodeerde rotsen hebben er miljoenen jaren over gedaan om zo te worden.
Door de afwezigheid van anekdotische details raak je als toeschouwer al snel je houvast kwijt. Want hoe hoog zitten we eigenlijk? Zijn die groene vlekken op de zwarte rotsen korstmossen of toch flinke yuca’s? En dat rode stipje - is dat een weggegooid bierblikje of een achtergelaten lijk? Het gebrek aan herkenningspunten zorgt ervoor dat je naar deze foto’s gaat kijken alsof het abstracte schilderijen zijn. De kalkkristallen vormen prachtige witte vlakken. Op de plekkenwaar ooit stroompjes liepen, zorgen donkere aderen voor een expressionistisch lijnenspel.

Grand Canyon-achtig spektakel hoef je hier niet te verwachten. Vergeleken met de veel afwisselendere Hollandse luchtfoto’s zijn deze beelden zelfs een beetje eentonig. En toch vervelen ze geen seconde. Want ook in dit monochrome land is een rijkdom aan structuren en patronen te ontdekken. Bovenal bewijzen deze foto’s dat De Ruijter zich binnen zijn beperkte marges steeds weer weet te vernieuwen. Zijn beproefde recept is nog lang niet uitgeput.